Wanneer je besluit om als particulier een huis te laten bouwen is er sprake van particulier opdrachtgeverschap. Je koopt zelf de grond en bepaalt met welke partijen je de woning realiseert. Dit geeft jou maximale keuzevrijheid, binnen de grenzen van jouw budget. Denk hierbij aan de verschillende mogelijkheden die je hebt van de kavel tot aan de technische en gemeentelijke voorschriften.

Wanneer kan je spreken van particulier opdrachtgeverschap?

Wanneer je jouw woning gaat bouwen volgens particulier opdrachtgeverschap dan moet je voldoen aan artikel 1.1.1. lid 1 sub f Besluit ruimtelijke ordening. Hierin staat het volgende:

ā€œparticulier opdrachtgeverschap: situatie dat de burger of een groep van burgers ā€“ in dat laatste geval georganiseerd als rechtspersoon zonder winstoogmerk of krachtens een overeenkomst ā€“ tenminste de economische eigendom verkrijgt en volledige zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de eigen woning;ā€

Makkelijker gezegd:Ā zolang de uiteindelijke particuliere eigenaarĀ rechtstreeks bij de ontwikkeling betrokken is.

Bij particulier opdrachtgeverschap koop je als particulier de grond en bepaal je zelf hoe en met wie (architect, aannemer) je de woning bouwt. Als kavelkoper ben je dus de regisseur van je eigen bouwproces. Dit geeft jou de maximale vrijheid binnen de grenzen van de kavel, jouw budget, de technische mogelijkheden en de gemeentelijke voorschriften.

De term particulier opdrachtgeverschap wordt te pas en te onpas gebruikt door projectontwikkelaars en bouwbedrijven. Het gaat hier echter om meer dan projecten waarin de ontwikkelende partij de kopers invloed geeft en keuzemogelijkheden biedt in bijvoorbeeld de plattegrond en het afwerkingsniveau van de woning. Dit is gĆ©Ć©n particulier opdrachtgeverschap maar ā€œconsumentgerichtā€ bouwen, want de aanbieder is niet onafhankelijk.

Collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO)

Bij collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) gaat het om een groep burgers die samen woningen of zelfs een hele woonwijk ontwikkelen. Dit kan op eigen initiatief zijn, maar dit kan ook op initiatief van een gemeente. Deze groep burgers organiseert zich in een rechtspersoon zonder winstoogmerk, vaak een vereniging, en treedt op als ontwikkelaar van een complex rijtjeswoningen of appartementen. Daarvoor heeft ze de volledige zeggenschap over de grond en draagt ze verantwoordelijkheid voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de woning.

Het collectief doet dat samen met een zelfgekozen bouwbegeleider, architect en aannemer. Net als bij individueel particulier opdrachtgeverschap bepaalt de opdrachtgever zelf hoe de woning er uit komt te zien, zowel van binnen als van buiten. ƉƩn en ander binnen de kaders die de gemeente heeft gesteld. In een collectief bouw je samen met je buren. Hierdoor kan het zijn dat er op een aantal punten compromissen gesloten moeten worden binnen de groep.

Voor CPO geldt: samen sta je sterker. Een georganiseerde groep is een volwaardige gesprekspartner voor de gemeente en andere partijen. Collectieven brengen vaak bijzondere woonwensen tot stand die een meerwaarde hebben voor henzelf en de omgeving.

Afwijkingsmogelijkheden particulier opdrachtgeverschap volgens artikel 1.1.1. besluit ruimtelijke ordening:

Wanneer je bouwt volgens particulier opdrachtgeverschap dan heb je meer vrijheid om de woning vorm te geven zoals jij het wilt. Denk bij deze vrijheid aan de trappen, daglichteisen en de eisen met betrekking tot het verblijfsgebied.

Hieronder vindt je de vrijheden die je hebt wanneer je bouwt volgens particulier opdrachtgeverschap:

Afdeling 2.3 Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan

Voor deze afdeling mag voortaan uit worden gegaan van de eisen voor bestaande bouw:

  • Een voor personen bestemde vloer, trap of hellingbaan heeft bij een rand en/of zijkant een niet beweegbare afscheiding als die rand meer dan 1,5 m hoger ligt dan een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water.
  • Een vloerafscheiding heeft een hoogte van ten minste 0,9 m, gemeten vanaf de vloer.
  • Een afscheiding ter plaatse van een al dan niet beweegbaar raam heeft een hoogte van ten minste 0,6 m, gemeten vanaf de vloer.
  • Een trap of hellingbaan heeft afscheiding met een hoogte van ten minste 0,6 m, gemeten vanaf de voorkant van de tredevlakken of vanaf de vloer van de hellingbaan.
  • Een afscheiding heeft tot een hoogte van 0,6 m boven een vloer, een tredevlak of een vloer van een hellingbaan, geen openingen waardoor een bol kan passeren met een doorsnede groter dan 0,2 m.
  • De horizontaal gemeten afstand tussen een vloer, een trap of een hellingbaan en een afscheiding is niet groter dan 0,1 m.

Afdeling 2.4 Overbrugging van hoogteverschillen

Voor deze afdeling mag voortaan uit worden gegaan van de eisen voor bestaande bouw:

  • Een hoogteverschil van meer dan 0,22 m tussen vloeren waarover een vluchtroute voert, of tussen een van die vloeren en het aansluitende terrein, wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan.

Afdeling 2.5 Trap

Voor deze afdeling mag voortaan uit worden gegaan van de eisen voor bestaande bouw:

  • Minimum breedte van de trap 0,7 m
  • Minimum vrije hoogte boven de trap 1,9 m
  • Minimum aantrede ter plaatse van de klimlijn, gemeten loodrecht op de voorkant van de trede 0,13 m
  • Maximum hoogte van een optrede 0,22 m
  • Minimum afstand van de klimlijn tot de zijkanten van de trap 0,2 m
  • Een trap sluit bij de bovenste trede, over de breedte van de trap, aan op een vloer met een oppervlakte van ten minste 0,7 m x 0,7 m.
  • Een trap waarvan de helling ter plaatse van de klimlijn groter is dan 2:3 heeft, voor zover een hoogteverschil is overbrugd van meer dan 1,5 m, aan ten minste een zijkant een leuning. De bovenkant van de leuning ligt, gemeten boven de voorkant van een tredevlak van de trap, op een hoogte van ten minste 0,6 m en ten hoogste 1 m.

Afdeling 2.6 Hellingbaan

Voor deze afdeling mag voortaan uit worden gegaan van de eisen voor bestaande bouw:

  • Een hellingbaan heeft een breedte van ten minste 0,7 m en een helling van ten hoogste 1:10.
  • Een hellingbaan sluit aan de bovenzijde, over de breedte van de hellingbaan, aan op een vloer met een oppervlakte van ten minste 0,7 m x 0,7 m.

Afdeling 3.11 Daglicht

Voor deze afdeling mag voortaan uit worden gegaan van de eisen voor bestaande bouw:

  • Een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 2057 bepaalde equivalente daglichtoppervlakte die niet kleiner is dan 0,5 mĀ².

Afdeling 4.1 Verblijfsgebied en verblijfsruimte

Voor deze afdeling mag voortaan uit worden gegaan van de eisen voor bestaande bouw:

  • Een woonfunctie heeft een vloeroppervlakte van ten minste 10 mĀ² aan niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied.
  • Een verblijfsgebied en een verblijfsruimte hebben boven de vloer een hoogte van ten minste 2,1 m.
  • In ten minste een verblijfsgebied ligt een verblijfsruimte met een vloeroppervlakte van ten minste 7,5 mĀ² en een breedte van ten minste 2,4 m.

Afdeling 4.2 Toiletruimte

Voor deze afdeling mag voortaan uit worden gegaan van de eisen voor bestaande bouw:

  • Een woonfunctie heeft ten minste 1 toiletruimte.
  • Een toiletruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,64 mĀ², met een breedte van tenminste 0,6 m en een hoogte boven de vloer van ten minste 2 m.

Afdeling 4.3 Badruimte

De aanwezigheids- en afmetingseisen voor een badruimte zijn niet meer van toepassing.

Afdeling 4.4 Bereikbaarheid en toegankelijkheid

De eisen met betrekking tot de vrije doorgangen; aanwezigheid toegankelijkheidssector en hoogteverschillen binnen de woonfunctie zijn niet meer van toepassing.

Afdeling 4.5 Buitenberging

De verplichte aanwezigheid van een buitenberging is niet meer van toepassing.

Afdeling 4.6 Buitenruimte

De verplichte aanwezigheid van een buitenruimte is niet meer van toepassing.

Afdeling 4.7 Opstelplaatsen

Voor deze afdeling mag voortaan uit worden gegaan van de eisen voor bestaande bouw:

  • Een woonfunctie heeft een opstelplaats voor een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel die in een besloten ruimte liggen.
  • Een opstelplaats voor een aanrecht heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,7 m x 0,4 m.
  • Een opstelplaats voor een kooktoestel heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,4 m x 0,4 m.

Art. 6.10 Aansluiting op het distributienet voor elektriciteit, gas, en warmte

vanuit het bouwbesluit is er geen verplichting meer om te worden aangesloten op het distributienet voor elektriciteit, gas, en warmte. Er kan uiteraard altijd op vrijwillige basis voor een dergelijke aansluiting gekozen worden.

Hierbij is de particulier echter wel afhankelijk van de medewerking van de netbeheerder.

Conclusie particulier opdrachtgeverschap

Wanneer je als particulier besluit om een huis te laten bouwen dan kun je ervoor kiezen dit traject zelfstandig te doorlopen. Er is dan sprake van particulier opdrachtgeverschap. Je koopt zelf de grond en bepaalt met welke partijen je de woning realiseert.

Het voordeel van particulier opdrachtgeverschap is de vrijheid die je hebt om het ontwerp vorm te geven.

Daarnaast heb je ook nog het collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Dit houdt in dat een groep burgers samen woningen of zelfs een hele woonwijk ontwikkelt.

Wil je dit artikel delen met je netwerk?

Je kunt dit doen door middel van deĀ knoppen hieronderĀ voor Facebook, Twitter, Google+ en LinkedIn. Op deze manier kunnen anderen ook hun voordeel doen met deze informatie, alvast bedankt hiervoor.

Gratis ebook ā€œ5 tips voor het ontwerp van je eigen woning afā€

In dit ebook vind je 5 praktische tips om op een vliegende start te maken voor het ontwerp van je eigen droomhuis. Je krijgt deze meteen in je mailbox door je voornaam en mailadres hieronder in te vullen. Daarnaast ontvang je vervolgensĀ wekelijks gratis tips over wat er allemaal komt kijken bij het ontwerpen van je eigen huis, waardoor je met minder moeite een beter plan voor je ontwerp behaalt.

Ja, ik meld me aan
Voornaam

E-mailadres


Ik wens je veel plezier bij het realiseren van je eigen droomhuis.

Michel Stomphorst.